Hoewel De Groen voor kinderen ook fantasieverhalen heeft geschreven, zijn haar boeken voor volwassenen opvallend vaak de neerslag van reizen en gesprekken, gevolgd door een hoop research. Een voorbeeld daarvan is ‘De bruidskogel’, waaraan een spannende tocht door Albanië voorafging. ‘Tuig’ kwam tot stand na ontmoetingen met jonge Joegoslaven die zich tegen de oorlog verzetten. En ‘Weldoeners’ spruit voort uit onderzoeksjournalistiek.
Haar non-fictie boeken, zoals ‘Voor het volk’, zijn sterk autobiografisch. In haar poëzie domineren filosofie en een relativerende humor. Ruim 140 gedichten heeft ze gepubliceerd, onder meer in de bundels ‘Wakker vallen’ en ‘Hebben mollen weet van zonsondergangen?’. Verscheidene gedichten zijn bekroond of vertaald.